Fraser Island, dag 2

23 januari 2018 - Fraser Island, Australië

We staan bijtijds op, want we willen voor de vloed van het strand af zijn en bij Indian Head zijn, dit is ruim 2 1/2 uur rijden. De vloed is vandaag om 12 uur, dus tussen 10 en 14 uur kun je dan niet op het strand rijden, sommige plekken zijn al 2 uur voor de vloed onberijdbaar geworden. We willen uiterlijk om 10.30 zijn. We ontbijten, nemen een take-away koffie mee en rijden om 8 uur weg. Voordat we de onverharde weg oprijden, passeren we een wildrooster voor de dingo’s, brede roosters voorzien van stroom. Voor voetgangers is er gelukkig een apart pad. Best wel een uitdaging om de koffie in de beker te houden. Ik zet hem vast in het zij vak van het voorportier

Eerst steken we het eiland over, naar de Eastern Beach van Fraser, dit is plm 25 km door het mulle zand. Als we wegrijden horen we een oorverdovend geluid van krekels, heel bijzonder. We komen niemand tegen, er komt ons een Ranger achterop, we laten hem voorbij. De wegen zijn slechts geschikt voor één auto, als je tegenligger tegenkomt, moet je aan de kant of een van beiden moet terug. Op deze oversteek zijn veel maar plekken waar je elkaar kunt passeren, het is immers de highway van Fraser. Het zand is vaak erg diep en de sporen lopen anders, dus de kans dat je hier vast komt te zitten is erg groot. Als het zand wat harder en vlakker is rijden we meer door. Na een 45 minuten komen we uit op the East Beach. Pff, best wel een ervaring, dit is geen gebaand pad.....

Waah we rijden het strand op, dit is wel heel bijzonder. Langs de branding. Niet erdoor, want dit mag niet van de auto verhuur, kost je minimaal €2.500,-. 

Er rijdt bijna niemand op het strand, af en toe passeren we een auto. Op een gegeven moment zie je een bord met “Caution Aircraft Landing”, heel bijzonder. Ze hebben meerdere plakken op het strand als Airstrip afgezet. Daar starten en landen vliegtuigjes. De strip staat aangegeven met beide zijde pionen en een bord, thats it.
Die vliegtuigen kun je boeken voor een rondvlucht en sommige gasten komen per vliegtuig.

Omdat er op plekken dikke zwarte stenen op het strand liggen, moeten we op die plaats via de duinen omhoog en dan weer terug naar het strand. Soms door diep zand, soms zijn er ook rubber matten gelegd.

Op bepaalde plekken loopt er vanaf het land water het strand op, hierdoor ontstaan er diepe geulen, oppassen dus. Eén keer klappen we er door zo’n zonder dat we in de gaten had dat deze zo diep was. Ben wordt behoorlijk nat, het raam was open, met mij valt het mee, lachen.. De geulen zijn iedere dag anders, dus wat vandaag geen probleem is, kan morgen oppassen zijn.

Af en toe langs het strand zijn campgrounds, her en der staan wat mensen. Op het strand rijden bussen met toeristen die op vrachtwagens lijken. We komen langs het Maheno wrak, we rijden door, want we wilen voor hoog water over zijn.

Het wordt best spannend, het is 10.15, ze hebben geadviseerd tussen 10 en 10.30 van het strand af te zijn. Het zand wat muller, want we moeten hogerop rijden, best lastig. We worden ingehaald door 2 auto’s, van een groep van 4. Ben is blij dat hij ze kan volgen. Aan het einde bij Indian Head stoppen ze. Wij willen verder en vragen aan de leider of dit kan. Hij kijkt ons aan en zegt “with that car you can everywhere, it will not stop”. We glunderen allebei. Ons oude beestje is een topper.

Af en toe voelt het alsof je op een paard zit op het moment dat je nog geen paard kunnen rijden 🤩

We rijden verder landinwaarts, richting Orchid beach. We moeten nu toch 4 uur doorbrengen voordat we weer op het strand kunnen. Bij een Rangers-camp, vragen we de weg. We moeten nog een stukje doorrijden. Onderweg zie ik een kleine wallibi.

Via paden met diep zand komen we uit bij een soort camp shop, je kunt er tanken, iets eten en kopen. De dame die ons helpt is behoorlijk chagerijnig en geeft aan dat haar betaalmachine geen buitenlandse creditcards accepteerd, vreemd. We hebben niet voldoende cash en de diesel zit al in de tank. Ben zegt:” lets try....”

Natuurlijk diet hij het wel, maar het probleem is dat ze relatief veel kosten moet betalen.

Er zit ook een moeder met 2 kinderen, die zIjn hier aan het kamperen, ze hebben een goede “Hema”- kaart van Fraser (hadden wij achteraf ook moeten kopen, maar ja.....) we geven aan dat we naar Champain Pools willen. Ze benadrukt dat we de eerst parkeerplaats moeten nemen, want dan is het maar een klein stukje lopen. We bedanken haar hartelijk voor de tip. We rijden weer terug en onmiddellijk zitten we bijna vast omdat er jeeps van allerlei kanten komen en langs elkaar moeten. Het devies is rustig blijven, achteruit, tempo maken en proberen er doorheen te komen. De wielen zoeken grip, we gaan centimeter voor centimeter vooruit totdat we weer grip hebben. Spannend, we zitten er nl niet op te wachten op te scheppen. Niels had gevraagd of we de rijplaten willen uitproberen, maar Ben zei dat ie de pot op kon, Ga zelf maar vast zitten.

We rijden dus via zandpaden naar Champain Pools, parkeren (met de neus vooruit, want anders zit je vast) en nemen onze zwemspullen mee. Ik ga uit de auto en zet mijn blote voeten op het zand, het hete zand. Jeh wat is dat heet, ik weet niet hoe snel ik iets aan mijn voeten moet doen. Ik brand mijn voeten.

Er komen al heel wat mensen weer terug. Ik trek mijn knal roze schoentjes aan, handig voor op de stenen.

Waaah wat een uitzicht, het zijn soort natuurlijk onstane basins in de rotsen waar het zeewater continue overheen klotst en schuimt (vandaar de naam). Het water is ondiep, vooraan kun je zitten, verderop kun je staan. Dit is een heerlijke plek om de paar uur te overbruggen, voordat het weer eb wordt. Na een paar uur dobberen, laten we ons opdrogen op de rotsen. Ongelofelijk relaxed en mooi. Ben vindt dit een van mooiste plekken, waar hij ooit geweest is. Inmiddels is bijna iederen vertrokken. Rond 13.30 breken we op, bij het teruglopen genieten we nog eens van dit prachtige uitzicht, pff wat is de auto warm.

Als we verderop het strand op willen rijden, staat er een auto met pech, daardoor moet er van spoor verwisseld worden. Twee auto’s voor ons komen bijna vast te zitten, we moeten wachten, geen probleem. Ben wil ook van spoor wisseln, maar dit lukt niet. Verder terug, zodat we vaart kunnen maken, en ja hoor. Onze Rover trekt zich er gewoon door. We komen weer bij het strand uit, bij het wrak van de Maheno. Dit schip is in 1935 vergaan, dit was een Ocean Liner. Nu is het helemaal geoxideerd en een attractie. Langzaam verweert het en over 20 jaar is het misschien helemaal weg.

We komen langs Eli Creek, dit is een rivier die vanuit een bron landinwaarts de zee instroomt. Het is er druk, we gaan hier morgen naar toe. We rijden richting Happy Valley, hier gaan we iets drinken. We kunnen nix vinden en vragen de weg bij een tentje waar een groep aan het lunchen is, een Nederlander wijst ons de weg, bijzonder. Hij woont hier en verzorgt de accomodatie en eten voor de groepen die langs komen.

Het is lastig te vinden,  maar dan toch, een heerlijke plek onder de bomen, aardige mevrouw en een simpele, maar lekkere tosti en wat drinken.

Hard werken hier en alles wat je nodig hebt van de mainland, duurt 3 dagen voordat het hier daadwerkelijk is.

Ben raakt al aardig gewend aan het rijden op het strand en het mulle zand. Er zijn verkeersregels, aangeven met je knipperlicht aan welke kant je rijdt, zodat de ander jouw aan de andere kant passeert. Er staan verkeersborden en er is politie die op alcohol en snelheid controleert.

Geen overbodige luxe, het is nu rustig, maar als het druk is ligt een ongeluk op de loer. Idioten genoeg die geen idee hebben wat ze moeten doen.

Op het strand mag je normaal max 60 km/uur. Nu mag je even 80 km/ uur. Ik rijd ook even, niet echt mijn ding. Ik fiets liever op het strand 😜, zoals in Jürmala (Letland).

Wat een er ervaring, het 4WD rijden op het strand en zoveel kms over het eiland, spectaculair.

We moeten even zoeken waar ons onderkomen voor de komende 2 nachten is, we gaan ‘glamping... ‘, ja jullie lezen het goed, een soort kamperen 😜. Het is er uitgestorven.  Ook niemand bij de receptie, we bellen. Ze hebben de laatste tent aan het strand al voor ons openstaan. Ziet er erg mooi uit. Een hele grote tent met een echt bed. Een eigen wc, wastafel en douche. Komt vast goed. Het zijn 7 grote tenten bij elkaar. Onze tent heeft uitzicht op zee. Vooraan is de gezamelijke woonkeuken, we leggen onze spullen in de gezamelijk koelkast. Julie uit de USA komt later, ze legt ons alles uit. Wat een hittepetitje, leuk ding. We pakken ons eigen drankje en gaan voor onze tent in het gras zitten. Hier kun je de zee erg goed horen. De plek waar we zitten heeft eco hoog in het vaandel, maar naast deze accommodatie organiseren ze Island trips met 4WD, dus dat is niet zo eco..

Al onze spullen in de tent. Er kunnen hier dingo’s op het strand lopen. Er is een speciaal wildrooster, waar ze niet overheen kunnen.  Er staat nl. stroom op. Deze hebben we onderweg meer gezien. We zitten vlak aan het strand en horen de wind. Ik loop even naar het strand, neem een dingo stok mee, om ze eventueel af te schrikken, maar helaas, ging dingo te zien. Als ik naar het strand ga zit er naast het wildrooster een poortje voor voetgangers, beetje lastig over een stroomrooster. Helaas geen dingo’s. S'avonds eten we bij het bungalow parc Eurong, het is een buffet. Nix bijzonders. Gezellige bij de tl buizen, beetje kantine gevoel. Goedkoop, geen franje.

S avonds gaan we weer voor onze tent in het gras zitten, de zee op de achtergrond. Wat een sterren aan de lucht, echt fascinerend.

Ben heeft ‘s avonds een emotioneel moment, hij realiseert zich nogmaals dat het toch wel heel bijzonder is dat hij dit allemaal nog kan meemaken, ik lig dan al in bed te dromen.......

Foto’s

2 Reacties

  1. Frida Lugtenberg:
    28 januari 2018
    Ja Ben ik voel erg met je mee en realiseer terdege hoe anders het kon zijn.Maar dit is de keerzijde de betere ,dus genieten en genieten samen!! Groeten moeders.
  2. Ben en Ellen Busser:
    28 januari 2018
    Alles is uiteindelijk goed gekomen, hoort ook bij het avontuur